Buurman wat doet u nu? - Letsel bij een vriendendienst, de juridische invalshoek
“Hey buurman, zou je mij vanmiddag even willen helpen? Door de storm van afgelopen woensdag is er een boom in onze tuin omgewaaid en die wil ik graag in stukken zagen. Dan klieven we de blokken samen en hebben we allebei weer een mooi stapeltje voor in de open haard deze winter”.
Zo gezegd zo gedaan.
De berk ligt half op het gras. Piet, de buurman, trekt zijn klusschoenen aan en krijgt van buurman Jan werkhandschoenen aangereikt. Piet heeft nog nooit zo’n klus gedaan en daarom geeft Jan aan wat de bedoeling is: hij gaat met de kettingzaag aan de slag en zal de boomstam vanaf de top tot aan de stam telkens in afstanden van ongeveer 40 cm doorzagen. Piet zal op zijn beurt de houtblokken op een stapel leggen die ze dan samen met behulp van een bijl zullen klieven. Jan maant Piet op gepaste afstand te blijven.
Met veel kabaal gaat Jan vanaf de top aan de slag en Piet assisteert. Er liggen al twee houtblokken op de grond wanneer Jan opeens besluit om de stam van de berk nog even snel door te zagen. Vanwege de wortels ligt de stam op een hoogte van 1,5 m van het gras en dat vindt Jan zelf wat onhandig.
Jan zaagt de berk zo dicht mogelijk bij de stam door en dan gaat het mis. De stam komt vol tegen het onderbeen van Piet, die zijn evenwicht verliest en op de grond valt met de stam op zijn been. Een gecompliceerde open onderbeenfractuur is het gevolg.
Piet is fulltime personal trainer bij een sportschool in de stad en heeft een nul-uren contract. Omdat hij nu minstens een half jaar niet kan werken lijdt hij behoorlijk wat inkomensschade, minstens zo’n € 15.000. En dan hebben we nog niet eens over de huishoudelijke hulp en de tuinman die Piet nu moet inschakelen. Verder is de kans groot dat Piet voor altijd mank zal blijven lopen. Hij moet dus vrezen voor zijn baan.
En zo loopt een vriendendienst uit op een persoonlijk drama.
Jan voelt zich vreselijk bezwaard en schuldig. Piet vindt het daarentegen heel vervelend om Jan aansprakelijk te stellen want hij is bang dat dit hun burenrelatie zal schaden. Maar Jan overtuigt Piet toch om hem formeel aansprakelijk te stellen waarna Jan zijn aansprakelijkheidsverzekeraar inschakelt. Maar die geeft, tot hun beider verrassing, niet thuis. De verzekeraar geeft aan dat er een beperkte aansprakelijkheid bestaat in geval van vriendendiensten. Met een beroep op jurisprudentie van de Hoge Raad oordeelt de verzekeraar dat er sprake is geweest van een ongelukkige samenloop van omstandigheden waardoor er geen aansprakelijkheidsgrond bestaat en dus ook geen reden tot schadevergoeding.
Kort samengevat betekent dit dat de verzekeraar niet zal uitkeren, dat Piet zijn eigen schade maar zelf moet dragen of dat Jan dit persoonlijk aan hem moet betalen, uit eigen zak.
Piet en Jan leggen dit dilemma samen aan mij voor. Ik leg hen uit dat het juridisch uitgangspunt is dat ieder zijn eigen schade draagt tenzij een ander daarvoor aansprakelijk is. Bij vriendendiensten ontstaat er inderdaad niet snel aansprakelijkheid omdat je volgens de rechtspraak niet te maken hebt met professionele partijen. Hierdoor mag je uitgaan van een zekere mate van ondeskundigheid, onoplettendheid en gaat er dan toch iets mis, dan wordt er al snel geconcludeerd tot een dergelijke ongelukkige samenloop van omstandigheden.
Maar ik vraag mij af of die vlieger ook opgaat in het specifieke verhaal van buurmannen Piet en Jan. Immers, met een beroep op een uitspraak van het Gerechtshof Leeuwarden van 23 juli 2013 zie ik wel degelijk reden om de aansprakelijkheid formeel bij Jan neer te leggen. In die zaak was er sprake van hulp bij het verhuizen van een wasmachine vanuit een aanhanger. Degene die de regie voerde over de wijze waarop het tillen van de wasmachine zou plaatsvinden was volgens het Gerechtshof tekortgeschoten in zijn zorgvuldigheidsplicht om de klus tot een goed einde te brengen. Ik citeer het Gerechtshof: “De combinatie van factoren - én tillen in een gevaarscheppende situatie, én zich er niet van vergewissen of hij die de regie voerde tezamen met de ander in staat was de wasmachine op een veilige wijze van de aanhanger te tillen én geen duidelijke afspraak te maken over het moment van tillen én zich er niet van te vergewissen, voordat hij de wasmachine naar zich toe trok, of de ander de wasmachine goed vast had - is het tekortschieten van de regievoerder naar het oordeel van het hof van zodanige aard, dat de mate van waarschijnlijkheid van een ongeval zo groot was dat hij zich naar maatstaven van zorgvuldigheid van dit gedrag had moeten onthouden”. De kwalificatie ‘ongelukkige samenloop van omstandigheden’ doet naar het oordeel van het Gerechtshof geen recht aan het gebeurde en het slachtoffer kreeg in die zaak zijn schade volledig vergoed.
De raakvlakken van deze uitspraak met het ongeval van buurman Piet zijn wat mij betreft evident en daarvan weet ik uiteindelijk ook de aansprakelijkheidsverzekeraar te overtuigen. Het loopt daarom wat schadevergoeding goed af voor Piet, tot zijn eigen geruststelling maar ook zeker die van buurman Jan.
Vriendendiensten moeten zeker blijven bestaan en een verhoogde aansprakelijkheidsdrempel is daarbij ook helemaal niet onwenselijk. Dat past denk ik ook wel bij de gedachte achter het fenomeen ‘vriendendienst’. Het zou immers wat zijn als elke schadelijke afloop ervan direct tot claims zou leiden.
De aansprakelijkheidsverzekeraar van Jan kende geen speciale dekking voor vriendendiensten. Ik adviseerde hem (maar ook buurman Piet) een dergelijke verzekering vanaf nu wel af te sluiten. Meerdere aansprakelijkheidsverzekeraars onderkennen het moreel dilemma dat je, ook als je juridisch gezien niet aansprakelijk bent, je je toch moreel geroepen kunt voelen om de tijdens de vriendendienst veroorzaakte schade te vergoeden. Daarom bestaan er speciale vriendendienstdekkingen die variëren van een maximale uitkering van € 7.500 tot € 25.000. In geval van relatief beperkte schade zal een dergelijke uitkering prima kunnen volstaan. In het geval van buurman Piet zou dat zijn schade bij lange na niet hebben gedekt en zou het meer een doekje voor het bloeden zijn geweest. Daarom is het maar goed dat in die zaak de volledige aansprakelijkheid vast kwam te staan.