Overslaan en naar de inhoud gaan

Aansprakelijkheid van minderjarigen


Inleiding

Mijn kantoorgenote Aafke van Klinken schreef onlangs een blog over geweld tegen politieambtenaren. Nu, mede na de rellen in Duindorp, een actueel onderwerp. Meerdere relschoppers werden de afgelopen dagen opgepakt. Drieëntwintig van hen zijn minderjarig, waarvan de jongste elf jaar oud, zo berichtte het Algemeen Dagblad. Onder meer bushokjes, containers, een patatkraam en een kerk werden in brand gestoken. Ook werd er met vuurwerk en stenen gegooid.
Naast een strafrechtelijke vervolging kan de schade mogelijk ook in civielrechtelijke zin verhaald worden. Op de (minderjarige) daders? Of hun ouders? In voormeld krantenbericht wordt gemeld dat de rekening in het geval van minderjarigen aan de ouders wordt gepresenteerd. Maar is dat wel altijd het geval? Kun je als ouder niet onder betaling uitkomen?

Ouders wordt gevraagd hun kinderen tot de orde te roepen. Maar wat als het je als ouder niet lukt om je kind tot de orde te roepen en dit schade aanricht aan gebouwen, zaken of personen? Wie is aansprakelijk voor de door minderjarigen aangerichte schade? Op deze vragen zal ik antwoord geven in dit blog.

De aansprakelijkheid van minderjarigen is geregeld in artikel 6:169 Burgerlijk Wetboek. In dat artikel wordt bepaald dat degene met het ouderlijk gezag of de voogdij in beginsel aansprakelijk is voor de schade die het kind toebrengt. Waar ik het in dit blog heb over ouder bedoel ik daarmee de wettelijk vertegenwoordiger. 
Er zijn bij minderjarigen twee varianten van aansprakelijkheid. Welke variant van toepassing is, is afhankelijk van de leeftijd van het kind.

Kinderen jonger dan 14 jaar

In de wet (artikel 6:164 Burgerlijk Wetboek) is bepaald dat een gedraging van een kind jonger van 14 jaar niet aan hem kan worden toegerekend als een onrechtmatige daad. Kinderen onder de 14 jaar zijn dus geheel ontslagen van aansprakelijkheid. Voor deze leeftijd geldt daarom een zogeheten risicoaansprakelijkheid voor de ouders. Ouders zijn hoe dan ook aansprakelijk, óók als je als ouder op het gedrag van het kind feitelijk geen enkele invloed kon uitoefenen. De ouders zijn vervangend aansprakelijk en het kind gaat vrijuit. Die aansprakelijkheid gaat best ver. Zelfs als een kind langdurig onder toezicht staat van een ander blijven de ouders in beginsel aansprakelijk. Logisch, het gaat immers om een risicoaansprakelijkheid. Schuld of niet, als ouder ben je nu eenmaal aansprakelijk voor schade aangericht door het kind.Er zijn bij deze leeftijdscategorie wel een aantal vereisten voor aansprakelijkheid. 

Er moet sprake zijn van een als een doen te beschouwen gedraging. In Duindorp is daar duidelijk sprake van. Wanneer is daar dan geen sprake van? Dat is het geval bij zuiver nalaten. Denk aan de situatie waarin sprake is van een gevaarzettende situatie, bijvoorbeeld een obstakel op de weg, waarbij een minderjarige niet ingrijpt om deze situatie op te heffen of hiervoor niet waarschuwt.

Verder moet beoordeeld worden of de gedraging, indien deze door een persoon van 14 jaar of ouder zou zijn verricht, een toerekenbare onrechtmatige daad zou hebben opgeleverd. Het moet dus wel gaan om een gedraging die – de jonge leeftijd van het kind weggedacht – als onrechtmatig kan worden aangemerkt. Daarmee speelt schuld toch nog enige rol. Dat is een belangrijk gegeven want het spreekt voor zich dat een kind minder goed in staat zal zijn te beoordelen wanneer zijn gedragingen nog passen binnen wat maatschappelijk betamelijk is en/of de grenzen van de wet.

Kinderen van 14 en 15 jaar

Bij kinderen van 14 en 15 jaar is de invloed van de ouders wél relevant. De reden hiervoor is dat artikel 6:164 Burgerlijk Wetboek op deze groep niet meer van toepassing is. Dat betekent dat gedragingen van kinderen van 14 en 15 jaar wel degelijk aan het kind zelf kunnen worden toegerekend. Naast de aansprakelijkheid van de ouders kan er daarom ook sprake zijn van aansprakelijkheid van het kind zelf. 

Om onder aansprakelijkheid uit te komen zal de ouder aannemelijk moeten kunnen maken dat het hem niet kan worden verweten dat het kind de schade heeft toegebracht, met andere woorden dat de ouder geen schuld heeft. De bewijslast hiervan rust op de ouder(s). Het is daarbij de vraag of de ouders alles hebben gedaan wat van hen verwacht kon worden in een bepaalde situatie. Hierbij spelen onder meer leeftijd, aard en ontwikkelingsniveau van het kind een rol. Een losbandig kind met veel kwajongensstreken vergt van de ouders meer toezicht, begeleiding en maatregelen dan een rustig en bedachtzaam kind.

Kinderen vanaf 16 jaar

Bij kinderen vanaf 16 jaar zijn de rollen als het ware omgedraaid. Er bestaat geen bijzondere/kwalitatieve aansprakelijkheid van de ouders meer. In beginsel is het kind zelf aansprakelijk, maar de ouders zijn nog niet volledig uit beeld. Om aansprakelijkheid van de ouders aan te kunnen nemen dienen de ouders zelf onrechtmatig te hebben gehandeld. Het is aan de eisende partij om dit aannemelijk te maken, de bewijslast rust op die partij. Aangezien een kind vanaf 16 jaar zelf steeds meer verantwoordelijkheid krijgt en de ouders daarmee minder verantwoordelijk zullen zijn, zal er niet gauw meer sprake zijn van onrechtmatig handelen door de ouders. Dit betekent dat in deze gevallen het kind zelf aansprakelijk moet worden gesteld. De rekening voor schade toegebracht door minderjarigen kan dus zeker niet in alle gevallen bij de ouders worden neergelegd.
Wanneer kunnen ouders van kinderen van 16 jaar en ouder dan wel met succes aansprakelijk worden gesteld? Denk bijvoorbeeld aan de situatie waarin de ouders het toestaan dat hun 16-jarige kind zonder rijbewijs de weg opgaat en vervolgens schade aanricht. In het geval van Duindorp zou gedacht kunnen worden aan ouders die weten en toelaten dat hun kind buiten de jaarwisseling met vuurwerk de straat op gaan om dit (in de nabijheid van politieambtenaren) af te steken. 

Hebt u schade opgelopen door toedoen (of nalaten) van een minderjarige? Neem contact op met ons kantoor voor vrijblijvend advies.

Jildou Berduszek