Ongevallen met een elektrische fiets
Vanwege de Coronamaatregelen is het een stuk rustiger op de (snel)wegen dan normaal. Desondanks blijft het aantal dodelijke verkeersslachtoffers nagenoeg gelijk, zo schreef het Algemeen Dagblad op 14 mei 2020. Het aantal verkeersongevallen is daarentegen gehalveerd. Met name ouderen en kinderen lopen meer risico op een ongeval met dodelijke afloop. De ongevallen doen zich relatief vaak met een elektrische fiets voor. Het is bij veel mensen bekend dat fietsers in het verkeer worden beschermd, maar geldt dat ook voor mensen die op een elektrische fiets rijden? Dat ligt eraan.
Allereerst is belangrijk om te weten met wat voor soort fiets het ongeval plaatsvond. In de volksmond worden elektrische fietsen vaak als e-bike aangeduid. Juridisch gezien is er echter een significant verschil tussen een elektrische fiets die trapondersteuning heeft en tot een snelheid van 25 km/u kan en een elektrische fiets die tot wel 45 km/u kan.
Een elektrische fiets die trapondersteuning biedt tot 25 km/u wordt een e-bike genoemd. Een e-bike wordt juridisch gezien gelijkgesteld aan een reguliere fiets. Een elektrische fiets die tot 45 km/u kan wordt een Speed Pedelec of high-speed e-bike genoemd. Voor bestuurders hiervan gelden dezelfde regels als voor bromfietsers.
De e-bike wordt aangemerkt als ongemotoriseerd voertuig. Een bestuurder hiervan wordt gezien als zwakkere verkeersdeelnemer, net als een gewone fietser of voetganger, en wordt door de wetgever in sommige gevallen beschermd. Op grond van artikel 185 Wegenverkeerswet krijgt een ongemotoriseerde verkeersdeelnemer die is betrokken bij een verkeersongeval met een gemotoriseerd voertuig minimaal 50% van zijn schade vergoed. Ook als de ongemotoriseerde verkeersdeelnemer de automobilist bijvoorbeeld geen voorrang heeft verleend, terwijl hij daartoe wel gehouden was. Dit is slechts anders wanneer er sprake is van overmacht aan de zijde van de automobilist, maar dat komt in de praktijk zelden voor.
In het geval van een ongeval met een Speed Pedelec gelden de regels zoals die ook zouden gelden wanneer er een gemotoriseerd voertuig, bijvoorbeeld een bromfiets, bij een ongeval betrokken was. De Speed Pedelec wordt namelijk aangemerkt als een motorvoertuig. Dit betekent dat de bestuurder ervan verplicht wordt een helm te dragen en dat de fiets ook verplicht een WAM-verzekering moet hebben.
De bestuurder van een Speed Pedelec krijgt niet de bescherming die een ongemotoriseerde verkeersdeelnemer, waaronder een bestuurder van een e-bike, wel krijgt bij een ongeval met een gemotoriseerd voertuig. De zogenaamde “50%-regel” gaat hier niet op ten voordele van de bestuurder van de Speed Pedelec. In dit geval moet er worden gekeken naar de mate waarin beide partijen aan het ongeval hebben bijgedragen. Verleent iemand die op een Speed Pedelec rijdt bijvoorbeeld geen voorrang aan een automobilist, dan is de bestuurder van de Speed Pedelec aansprakelijk voor de schade van de automobilist en zal hij ook zijn eigen schade moeten dragen.
In het geval van een ongeval tussen de bestuurder van een Speed Pedelec en een voetganger of fietser (waaronder dus ook een bestuurder van een e-bike) is er derhalve sprake van een ongeval waarbij een gemotoriseerd en een niet-gemotoriseerd voertuig betrokken is. De voetganger of fietser wordt in dat geval door de wet beschermd en krijgt minimaal 50% van de schade vergoed. Voor de bestuurder van de Speed Pedelec geldt dat er voor het beantwoorden van de vraag of hij recht heeft op schadevergoeding moet worden gekeken naar de door partijen gemaakte fouten. De causale verdeling bepaalt of en zo ja welke schade de bestuurder van de Speed Pedelec vergoed krijgt.
Bent u betrokken geweest bij een verkeersongeval waarbij een e-bike of Speed Pedelec betrokken was? Neemt u gerust contact met ons kantoor op om te laten beoordelen of u aanspraak kunt maken op een schadevergoeding.
Leonie Hendriks, 8 juni 2020