Overslaan en naar de inhoud gaan

"De Kinderen van Ruinerwold"


Elke advocaat heeft wel een top 10 van dossiers die hem of haar altijd zullen bijblijven. Ik denk dat er geen twijfel over zal bestaan dat het dossier Ruinerwold bij mij uiteindelijk, wanneer ik mijn toga ooit aan de wilgen hang, met stip op 1 zal eindigen. En dat is niet alleen vanwege de gruwelijke feiten van haast on-Nederlandse proporties noch de niet aflatende en omvangrijke media-aandacht uit zowel binnen- als buitenland. Het dossier Ruinerwold laat zich wat mij betreft, terwijl het nog niet eens is afgerond, door de volgende woorden kenmerken: moed, veerkracht, humor, naastenliefde, beschaving, intelligentie, maar ook onmacht en frustratie. 
Natuurlijk had ik ook vanaf medio oktober 2019 via de media wat rondom “de boerderij in Ruinerwold” meegekregen. Het verhaal kwam toen haast wat onwerkelijk op mij over. En voor je het weet vorm je je een eigen beeld van die zogenoemde “wolvenkinderen” in dat “spookgezin”.
Zij die gisteravond op NPO1/BNNVara de eerste aflevering van de documentaire hebben gezien, zullen mogelijk daarom dezelfde verwondering als ik hebben ervaren bij het voor het eerst zien van Shin, Mar Jan, Edino en Israel.
Het zijn heel doodnormaal mooie mensen. Mensen zoals jij en ik. Wat nou “wolvenkinderen”?

Via Slachtofferhulp was hen eind 2019 een lijst van regionale slachtofferadvocaten verstrekt, waarvan de websites zorgvuldig door Israel waren bestudeerd. Dat leidde tot een eerste kennismaking bij mij op kantoor, begin januari 2020. En zo zat ik dan enkele weken later bij de eerste pro forma zitting in de rechtbank Assen. En met mij een leger van journalisten uit binnen- en buitenland.

In aanloop naar die eerste zitting kwam ik in contact met documentairemaakster Jessica Villerius. Ze appte mij het persbericht dat op 28 november was uitgegaan, waarin de kinderen hun medewerking aan de documentaire toelichtten: dat zij daarmee in hun eigen tempo, op momenten dat zij eraan zouden toe zijn, het hele verhaal zouden doen. Een begrijpelijke maar ook noodzakelijke oplossing om de overstelpende media-aandacht bij hen weg te houden. Zo konden zij die hectische maanden waarin de strafzaak tegen hun vader gaande was, in alle anonimiteit en betrekkelijke rust doorkomen. Hier past ook zeker een dankwoord aan het gros van de pers voor het respecteren van hun privacy.
Natuurlijk is er desondanks in de media ongelooflijk veel gezegd, geschreven en in talkshows gepraat en gespeculeerd over de zaak Ruinerwold. Op enkele momenten heb ik, uiteraard altijd in overleg en met ieders instemming, de media opgezocht of medewerking verleend aan interviews. Dat was soms functioneel om hardnekkige fabels of onjuistheden recht te zetten, dan weer om de schriftelijke slachtofferverklaring die volledig was overgenomen in bijvoorbeeld het Dagblad van het Noorden van een nadere toelichting te voorzien (o.a. aan tafel bij Op1).

Maar het belangrijkste is dat het doel is bereikt. Namelijk dat Shin, Mar Jan, Edino en Israel op een door hen zelf verkozen moment, op een door hen gekozen wijze, uit de anonimiteit zijn getreden en hun verhaal hebben kunnen doen. De documentaire “De Kinderen van Ruinerwold” geeft hen nu een naam, een gezicht. Maar geeft ook - zoveel als mogelijk is in die drie uur - het allesomvattend verhaal.

Jessica Villerius heeft diverse professionals rondom de negen kinderen in de gelegenheid gesteld een voorvertoning van alle vier delen van de documentaire te zien. Ik zag deze afgelopen zaterdag, samen met Jessica. Het is een allesomvattend, gedetailleerd, door de authentieke videobeelden indringend en domweg gewoon afschuwwekkend, verdrietig en een - zeker door de allerlaatste beelden - naar de keel grijpend verhaal. Een verhaal dat Shin, Mar Jan, Edino en Israel dankzij de 16 maanden van filmen in alle rust konden brengen, op een weloverwogen, uitgebalanceerde wijze die bij hen past. Hierdoor is een authentiek, indringend doch beschaafd en puur document tot stand gekomen. Een documentaire die in zijn geheel gezien moet worden, wil je het onwaarschijnlijk complexe verhaal echt tot je kunnen nemen.

En hoe nu verder?

In haar vonnis van 4 maart 2021 heeft de meervoudige strafkamer van de rechtbank Assen het Openbaar Ministerie niet ontvankelijk verklaard in de verdere strafrechtelijke vervolging van vader. Deze uitspraak werd als volgt toegelicht.
Vader maakte in 2016 een Cerebro Vasculair Accident (CVA) door en is hierdoor halfzijdig verlamd. Verder is zijn gezichts- en spraakvermogen aangetast. De deskundigen van het Pieter Baan Centrum hebben aangegeven dat hij hierdoor met name niet in staat is zich tegen de vervolging te verweren.
Volgens de rechtbank is bij vader sprake van zodanige fysieke en cognitieve beperkingen, dat hij niet in staat zou zijn om het strafproces te volgen dan wel in voldoende mate de eventuele gevolgen van dit proces te doorzien. Door zijn beperkingen zou hij volgens de rechtbank ook niet in staat zijn de zaak met zijn raadsman te bespreken en de verdedigingsstrategie te bepalen. Bovendien zou hij tijdens de terechtzitting niet naar voren kunnen (laten) brengen wat zijn lezing van de feiten zou zijn en wat hij van belang zou achten voor zijn verdediging. Mede gelet op de aard, omvang en complexiteit van deze zaak, is dat volgens de rechtbank een ernstige belemmering voor het voeren van de verdediging. Voortzetting van de vervolging onder deze omstandigheden zou blijkens de jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, een schending van het recht op een eerlijk proces in de zin van artikel 6 EVRM opleveren.

En daarmee ging de strafzaak tegen de hoofdverdachte als een nachtkaars uit.

En kon vader zich op 4 maart 2021 weer herenigen met zijn jongste vijf kinderen (die – voor alle duidelijkheid – allen meerderjarig zijn).

Die hereniging baart “de oudste vier” grote zorgen. In hun schriftelijke slachtofferverklaring van 18 februari 2021 gaven zij hierover al het volgende aan:

Het onderzoeksrapport van het Pieter Baan Centrum bevestigt het recidivegevaar. En dat recidivegevaar is reëel en van serieuze aard en baart ons veel zorgen. Niet in de laatste plaats voor onze jongste broer en zusjes. Het afgelopen jaar zijn zij enorm veranderd. Ze gedragen zich veel opener en vrijer in de wereld. Maar één ding is nog steeds hetzelfde: hun relatie en gedrag naar Gerrit Jan toe. Zij zullen nooit het woord “nee” tegen hem gebruiken. Ze kunnen geen “nee” zeggen omdat ze hem nog steeds zien als “Prime Father” of “Messias” of zelfs gewoon als hun vader en omdat ze nooit geleerd hebben dat “nee” zeggen kan en mag, dat dat onbestraft blijft omdat het gewoon kan en mag.
Door de jarenlange indoctrinatie denken zij nog steeds dat alles wat Gerrit Jan zegt of doet goed is en niet veroordeeld mag worden. Dat zij zelf, als individu, geen recht van spreken hebben. Voor ons laat dit overduidelijk zien hoever Gerrit Jan zijn jongste kinderen nog onder zijn macht heeft.
Als de verdere strafvervolging zou worden geschorst, dan wordt Gerrit Jan weer met hen herenigd. En ook herenigd met alle overige personen die in meer of mindere mate onderdeel uitmaken van de samenleving waar Gerrit Jan de scepter zwaait, ook nu nog.
Zij zullen dan weer op dezelfde voet verder gaan en met zijn fysieke aanwezigheid zal zijn invloed, controle en macht alleen maar verder kunnen toenemen.

En zal iedereen daar onder gebukt gaan.

De documentaire zet deze noodkreet en deze zorgen alleen maar kracht bij.

Toen ik aan tafel zat bij Op1, zei mede-gast Dennis Weening: “We kunnen ze toch namens heel Nederland sterkte wensen?” En vergelijkbare hartverwarmende steunbetuigingen zag ik gisteravond (naast de loftuitingen) ook in veelvoud langskomen op Twitter.
Hen alle negen heel veel sterkte wensen. Dat kunnen wij inderdaad en dat verdienen zij.

Maar die loftuitingen en steunbetuigingen mogen wat mij betreft ook gericht worden aan de hulpverleningsinstanties, aan al die professionals rondom de kinderen. Die professionals die zich ook zeker in de afgelopen hectische weken meer dan tot het uiterste voor hen inspannen. Alles om te zorgen dat “De Kinderen van Ruinerwold” in alle rust en veiligheid verder begeleid kunnen worden naar een leven dat zij alle negen zo ontzettend verdienen. Ik wens al die professionals daarin heel veel sterkte, kracht, wijsheid en succes.

Naschrift:
Ergens dit jaar zal nog wel de andere verdachte, Josef B., ook wel “de klusjesman” genoemd, terecht staan. Hij wordt onder meer verdacht van wederrechtelijke vrijheidsberoving van de kinderen. In die strafzaak zal ik de oudste vier ook bijstaan.
Na afloop daarvan zal het contact met hen niet verbroken worden. Dat contact blijft.

Corinne Jeekel
Advocaat van “de oudste vier”